De schaal voor de windsnelheid.
In vroegere tijden werd de windsnelheid geschat met name door zeelieden. Hierbij konden verschillen ontstaan doordat niet iedereen op dezelfde manier waarnam. In 1805 bepaalde een Engelse admiraal Sir Beaufort de graden van de naar hem genoemde schaal volgens de kracht van de wind op de zeilen en de snelheid van een fregatschip bij verschillende windsterkten. Vanaf 1838 stelde de Britse Marine het gebruik van de Beaufort's schaal verplicht. Deze "schaal van Beaufort" wordt niet meer in deze betekenis gebruikt. Tegenwoordig zijn deze graden vertaald in effecten van de wind op de golven en op verschijnselen boven land.
Bft | Benaming | gem. m/s | gem. km/u | Uitwerking boven land | Uitwerking op bomen en planten |
0 | Windstil | <0.2 | <1 | Rook stijgt (recht) omhoog. | In rust |
1 | Zwakke wind | 0.3 - 1.5 | 1 - 5 | Rookpluimen geven richting aan. Windvanen draaien nauwelijks. | Geen beweging. |
2 | Zwakke wind | 1.6 - 3.3 | 6 - 11 | Wind merkbaar in gezicht. | Bladeren ritselen. |
3 | Matige wind | 3.4 - 5.4 | 12 - 19 | Stof waait op. | Bladeren en twijgen voortdurend in beweging. |
4 | Matige wind | 5.5 - 7.9 | 20 - 28 | Haar in de war. Kleding flappert. | Kleine takken bewegen en papier dwarrelt op. |
5 | Vrij krachtig | 8.0 - 10.7 | 29 - 38 | Opwaaiend stof hinderlijk voor de ogen. | Kleine takken maken zwaaiende bewegingen. |
6 | Krachtig | 10.8 - 13.8 | 39 - 49 | Paraplu's met moeite vast te houden. | Grote takken bewegen. |
7 | Hard | 13.9 - 17.1 | 50 0 61 | Het is lastig tegen de wind in te lopen of te fietsen. | Hele bomen bewegen. |
8 | Stormachtig | 17.2 - 20.7 | 62 - 74 | Voortbewegen zeer moeilijk. | Twijgen breken af. |
9 | Storm | 20.8 - 24.4 | 75 - 88 | Dakpannen waaien weg. | Takken breken af. |
10 | Zware storm | 24.5 - 28.4 | 89 - 102 | Grote schade aan gebouwen. | Bomen worden ontworteld. |
11 | Zeer zware storm | 28.5 - 32.6 | 102 -117 | Grote schade in steden door rondvliegende dakpannen, golfplaten en andere materialen. | Enorme schade aan bossen. |
12 | Orkaan | > 32.6 | > 117 | Verwoestingen: levensgevaarlijk om buiten te zijn. | Verwoestingen. |
Bft | m/s | km/u | knopen | miles/h | stuwdruk in kg/m2 |
0 | <0.2 | < 1 | < 1 | < 1 | 0 |
1 | 0.3-1.5 | 1-5 | 1-3 | 1-3 | 0-0.1 |
2 | 1.6-3.3 | 6-11 | 4-6 | 4-7 | 0.2-0.6 |
3 | 3.4-5.4 | 12-19 | 7-10 | 8-12 | 0.7-1.8 |
4 | 5.5-7.9 | 20-28 | 11-16 | 13-18 | 1.9-3.9 |
5 | 8.0-10.7 | 29-38 | 17-21 | 19-24 | 4.0-7.2 |
6 | 10.8-13.8 | 39-49 | 22-27 | 25-31 | 7.3-11.9 |
7 | 13.9-17.1 | 50-61 | 28-33 | 32-38 | 12.0-18.3 |
8 | 17.2-20.7 | 62-74 | 34-40 | 39-46 | 18.4-26.8 |
9 | 20.8-24.4 | 75-88 | 41-47 | 47-54 | 26.9-37.3 |
10 | 24.5-28.4 | 89-102 | 48-55 | 55-63 | 37.4-50.5 |
11 | 28.5-32.6 | 102-117 | 56-63 | 64-72 | 50.6-66.5 |
12 | >32.6 | >117 | >63 | >73 | >66.6 |
m/s | = | meter per seconde |
km/u | = | kilometer per uur |
knopen | = | zeemijl per uur (1 zeemijl = 1852 meter) |
miles/h | = | mijl per uur (1 landmijl - 1609 meter) |
stuwkracht | = | de druk van de wind per vierkante meter op een vlak dat loodrecht op de windrichting staat. |
De gemiddelde windsnelheid wordt berekend over een interval van 10 minuten.
Relatie isobaren en windkracht:
Op de weerkaarten wordt het luchtdrukverloop d.m.v. isobaren uitgezet. Vaak zien we bij een lagedrukgebied de isobaren dichter bij elkaar komen. Dit duid op een groot luchtdrukverval met als gevolg het toenemen van de wind rond deze depressie. Voor Europese maatstaven ziet de windkracht bij een bepaalde isobarenafstand er ongeveer als volgt uit:
afstand |
| |
600 km | zwakke wind | 2 bft |
500 km | matige wind | 4 bft |
400 km | vrij krachtige wind | 5 bft |
300 km | krachtige wind | 6 bft |
200 km | harde wind | 7 bft |
100 km | storm | 9 bft |
Afstand tussen de 5 mbar isobaren.
Tornado's
Ook voor tornado's wordt een schaal gebruikt om de kracht aan te geven. Deze schaal is genoemd naar Theodore Fujita. (geb. 1921) Hij studeerde aan de universiteit van Chicago en bestudeerde vele tientallen jaren tornado's.
Schaalgetal | Windsnelheid (km/uur) | Soort schade |
F0 | 64 - 117 | Licht |
F1 | 118 - 180 | Matig |
F2 | 181 - 251 | Aanzienlijk |
F3 | 252 - 330 | Ernstig |
F4 | 331 - 417 | Zeer zwaar |
F5 | > 418 | Catastrofaal |
Schaalgetal | Windsnelheid (km/uur) | Soort schade |
F0 | 64 - 117 | Licht |
F1 | 118 - 180 | Matig |
F2 | 181 - 251 | Aanzienlijk |
F3 | 252 - 330 | Ernstig |
F4 | 331 - 417 | Zeer zwaar |
F5 | > 418 | Catastrofaal |
Tropische Cyclonen.
De zwaarste en meest verwoestende stormen in de tropen worden Tropische Cyclonen genoemd. Als een lagedrukgebied gaat roteren boven het warme zeewater van de tropen en er voldoende latente warmte wordt toegevoerd kan er een tropische cycloon ontstaan.Ook deze cyclonen worden met een schaalgetal aangegeven. Sinds de jaren zeventig wordt in de Verenigde Staten door het National Hurricane Center de Saffir-Simpsonschaal gebruikt voor de indeling van de tropische cyclonen.
Categorie | Druk (hPa) | Windsnelheid (km/uur) | Stormvloedhoogte (m) | Schade |
1 | > 980 | 118 - 152 | 1.2 - 1.6 | Minimaal |
2 | 965 - 980 | 153 - 176 | 1.7 - 2.5 | Licht |
3 | 945 - 964 | 177 - 208 | 2.6 - 3.7 | Groot |
4 | 920 - 944 | 209 - 248 | 3.8 - 5.4 | Zeer groot |
5 | < 920 | > 248 | > 5.4 | Catastrofaal |